Werk in beeld en
gedicht
Door Joep Trommelen
Dinsdag 10 februari 2004 -
ETTEN-LEUR/BREDA – „Een mens mocht nooit vergeten dat hij sterfelijk is“,
schrijft dichteres Yvonne Né in de catalogus Ontgrenzing - BeeldGedicht.
|
|
|
Paul Bogaart in
Ingrid Halters richhten de NBKS-ruimte in met werk van Rien
Halters. (Foto Johan van Gurp) |
Dat boek met gedichten hoort bij de expositie
met dezelfde naam van werk van wijlen Rien Halters, die van zondag 15
februari tot en met 21 maart in de Nieuwe Brabantse Kunst Stichting (NBKS)
in de Bredase Reigerstraat te zien is. En te horen: want op het werk van
Halters geïnspireerde gedichten klinken daar dan uit speakers. Een
expositie om niet te vergeten dat ook Rien Halters sterfelijk
was.
De sinds 1973 in Etten-Leur woonachtige maar in Oosterhout
geboren en in Sprundel opgegroeide schilder, tekenaar en beeldhouwer
overleed immers in juni 1999, op 49-jarige leeftijd aan de gevolgen van
een hersentumor. Zo’n achthonderd werken staan sindsdien opgeslagen bij
weduwe Bets in haar boerderij aan de Etten-Leurse Pleinstraat
In
2002 richtten zijn kinderen Ingrid en Remco samen met een aantal vrienden
en collega-kunstenaars de Stichting Rien Halters op. Het doel: voorkomen
dat Halters’ werk alleen in opslagplaatsen blijft liggen. En nu is daar de
eerste grote expositie na zijn dood.
Agneta Evenhuis is behalve
beeldend kunstenaar ook lid van de stichting, die een kleine twee jaar aan
de expositie heeft gewerkt. „Wij willen met deze tentoonstelling het stof
van het werk kloppen. De dichters zorgen met hun woorden voor de frisse
wind. Die blazen het er af.“
Elma van Haren, Y. Né, Erik Spinoy,
Hilde Keteleer, Geert Buelens en Serge van Duijnhoven zorgen voor de
poëtische aankleding van het twaalftal beelden en de tientallen tekeningen
die in het gebouw van de NBKS komen te hangen. De keuze uit het nagelaten
oeuvre van Halters is voor een groot deel bepaald door de gemaakte
gedichten.
De titel ‘Ontgrenzing’ zegt al veel over Halters’ werk.
Dochter Ingrid: „Zijn thema’s waren onder andere de vergankelijkheid van
het bestaan, verandering in brede zin en bepaalde tendensen in de
maatschappij die hem niet bevielen. Over de omgang van mensen met de
natuur en met elkaar. Daar had hij toch niet echt een optimistische kijk
op.“ En ook de dichters dragen nu bij aan de ‘ontgrenzing’ van het
tentoongestelde werk. Né schrijft in haar inleiding dat juist het
‘dichterlijke commentaar’ een ‘prachtige uitnodiging voor de toeschouwer’
is om met andere ogen naar kunst te kijken. ‘Er kunnen heel wat
verschillende deuren en ramen worden opengezet. De lezer gaat meer zien,
met eigen ogen en daarmee op eigen wijs!’
Ingrid Halters: „Wij zijn
er na zijn dood eigenlijk niet aan toegekomen om zijn werk te analyseren
en in een context te plaatsen. Daar zijn we met de organisatie van de
tentoonstelling pas aan begonnen. Alles wordt ook gedigitaliseerd. Wij
willen zicht krijgen op zijn totale werk. Ontdekken nog steeds nieuwe
dingen, zeker als het om tekeningen gaat. “ In zekere zin wordt Halters’
werk nu pas echt door de stichting ‘aan de man gebracht’. Agneta Evenhuis:
„Hij werkte constant heel hard aan zijn oeuvre, maar was geen cultureel
ondernemer zoals de regering die tegenwoordig zo graag ziet. Kunstenaars
dienen tegenwoordig kijkcijfers te halen met hun plaatjes, maar zo dacht
Rien in ieder geval nog niet.“
Ingrid Halters knikt: „Dat hele
netwerk-idee trok ’m inderdaad niet. Hij was gewoon altijd aan het werk.
Ons hele huis stond in het teken van zijn kunst. Hij had een klein atelier
voor het tekenen, boven een schilder-atelier, en in de schuur een
werkplaats voor zijn beelden. ’s Winters tekende en schilderde hij meer,
omdat het dan voor de beelden te koud was. En dan gebruikte hij nog een
paar bijgebouwtjes voor de opslag.“
Rien Halters heeft niet alleen
werk nagelaten. Ingrid en ook broer Remco hebben een ‘vormgeverstic’ van
hun vader meegekregen, stelt Ingrid. Zij zijn samen met Louisette van
Donkelaar verantwoordelijk voor de vormgeving van de catalogus. „En ook
bij onze Lucas sluit ik niet uit dat hij dezelfde kant op gaat, ook al is
hij pas 11“, glimlacht Ingrid.De expositie wordt zondag tussen 15.00 en
17.00 uur geopend. Halters’ kunstmaat Gerhard Lentink houdt dan een
inleiding en de betrokken dichters lezen voor uit eigen werk. Jasper
Gloerich improviseert op trompet. De expositie is te zien dinsdag tot en
met zondag van 13.00 tot 17.00 uur.
|